Pinguïns zijn vogels met vinnen.

Pinguïns zijn vogels die niet kunnen vliegen. Ze hebben sterke vinnen in plaats van vleugels. Op het land lopen ze rechtop, grappig waggelend als clowntjes. Maar in de sneeuw kunnen ze harder rennen dan een mens. Op het ijs glijden ze op hun buik. Ze zetten zich af met hun poten en vleugels en lijken net snelle sleetjes. Pinguïns zijn kampioenen in zwemmen en duiken. Het lijkt alsof ze door het water vliegen. Snel als raketten jagen ze achter vissen aan. Ze zijn helemaal aangepast aan het leven in de zee. Ze hebben 'roeivleugels' en 'stuurpoten'. En ze zijn fraai gestroomlijnd. Soms duiken ze als dolfijnen boven en onder water. Als ze boven water komen halen ze adem terwijl ze keihard doorzwemmen. Keizerpinguïns kunnen meer dan 250 meter diep duiken om hun prooien te vangen. Hoe dat kan begrijpt niemand. Kleinere pinguïns jagen meer aan de oppervlakte van het water.

Vogels hebben een stroomlijnvorm: van voren rond en van achteren in een punt lopend. Dat is de beste vorm bij het vliegen. Vliegtuigen hebben daarom ook die vorm. Vissen hebben een andere vorm. Die zijn het breedst in het midden. Hun vorm noemen we een spoelvorm. Een pinguïn heeft meer de spoelvorm dan de stroomlijnvorm. Daar zien we alweer aan, dat ook de lichaamsvorm aan het water is aangepast. Natuurlijk hebben pinguïns ook zwemvliezen tussen de tenen. De poten zijn flinke roeispanen en ze kunnen er mee sturen ook. Geen wonder dat de pinguïn de zwemkampioen onder de vogels is. Onder water haalt hij een snelheid van 36 KM per uur. Dat moet jij eens op je fiets proberen!

Stroomlijn

Vormlijn

Gecamoufleerd

Alle pinguïns hebben een zwarte rug en witte buik. Daardoor zijn ze goed gecamoufleerd als ze zwemmen aan het wateroppervlak. Vanuit de lucht bekeken vallen ze niet op in de donkere zee, en vanuit het diepe water valt hun witte buik weg tegen de achtergrond van de lichte lucht. Pinguïns leven in groepen. Ze zoeken met z'n allen naar voedsel in de zee. Op het menu staat meestal vis of kleine krabbetjes. De grote soorten jagen ook op inktvis. De grootste vijand van de pinguïn is de zeeluipaard, een zeehond van wel vier meter lang. Hij heeft het vooral gemunt op de pinguïn en verscheurt er wel een paar per dag.

www.artis.nl

Hieronder kun je zien hoe een pinguin groeit. Per plaatje staat erbij hoe oud het kuiken is op dat moment.

     
 Net uit het ei 1 dag oud 8 weken
   
 8 maanden 1 jaar 1 jaar en een maand

 
 2 jaar

Na 2 jaar is de pinguin volgroeid.

Hoe kunnen pinguïns overleven in de ijzige kou? Door hun superdikke, waterdichte verenkleed. De veren hebben aan de onderkant dons. Ze passen als schubben over elkaar. En pinguïns hebben ook een vetlaag onder hun huid. Hoe kouder de plek waar ze leven hoe dikker de vetlaag. De keizerspinguïn van Antarctica is maar iets groter dan de koningspinguïn, maar hij is 2 keer zo dik! Pinguïns uit warmere streken hebben ook een dunner verenkleed. Soms hebben ze zelfs kale plekken op hen kop om koel te blijven. In de tijd van de rui blijven pinguïns aan land. Ze krijgen nieuwe veren, maar verliezen eerst grote plukken oude veren. Ze zijn dan niet meer waterdicht en kunnen dus geen voedsel zoeken in het water. Daardoor worden ze heel mager.